Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 73

Ik wil dat er licht is.

1. 1Vandaag staan we stil bij de wil die jij deelt met God. 2Dit is niet hetzelfde als de ijdele wensen van het ego waaruit het duister voortkomt en het niets. 3De wil die jij deelt met God heeft alle scheppingskracht in zich. 4De ijdele wensen van het ego worden niet gedeeld en missen daardoor alle kracht. 5Zijn wensen zijn niet loos in die zin dat ze een wereld van illusies kunnen maken, waarin jij heel sterk geloven kunt. 6Maar ze zijn inderdaad loos waar het om schepping gaat. 7Ze maken niets wat werkelijk is.

2. 1IJdele wensen en grieven zijn elkaars partners, ofwel mede-makers in het verbeelden van de wereld die jij ziet. 2De wensen van het ego hebben haar doen ontstaan, en de behoefte van het ego aan grieven, die nodig zijn om haar in stand te houden, bevolkt haar met figuren die jou schijnen aan te vallen en die een ‘rechtvaardig’ oordeel eisen. 3Deze figuren worden de tussenpersonen die het ego gebruikt om handel te drijven in grieven. 4Ze staan tussen jouw bewustzijn en de werkelijkheid van je broeders in. 5Wanneer je hen ziet, ken jij noch je broeders, noch je Zelf.

3. 1Jouw wil is voor jou verloren geraakt in deze vreemde ruilhandel, waarin schuld over en weer verhandeld wordt en het aantal grieven toeneemt bij elke ruil. 2Kan zo’n wereld geschapen zijn door de Wil die de Zoon van God met zijn Vader deelt? 3Heeft God rampspoed voor Zijn Zoon geschapen? 4Scheppen is de Wil van Beiden tezamen. 5Zou God een wereld scheppen die Hemzelf zou doden?

4. 1Vandaag zullen we opnieuw proberen de wereld te bereiken die in overeenstemming is met jouw wil. 2Het licht bevindt zich erin, omdat ze de Wil van God niet weerstaat. 3Het is niet de Hemel, maar het licht van de Hemel schijnt erop. 4De duisternis is verdwenen. 5De ijdele wensen van het ego zijn ingetrokken. 6Maar het licht dat op deze wereld schijnt, weerspiegelt jouw wil en dus zullen we er in jou naar moeten zoeken.

5. 1Jouw beeld van de wereld kan alleen maar een weerspiegeling zijn van wat er binnen jou is. 2Noch de bron van het licht, noch van de duisternis kan buiten jou worden gevonden. 3Grieven verduisteren je denkgeest en je kijkt uit over een verduisterde wereld. 4Vergeving heft die duisternis op, doet jouw wil opnieuw gelden en laat jou kijken naar een wereld van licht. 5We hebben herhaaldelijk beklemtoond dat de barrière van grieven makkelijk te nemen valt en niet tussen jou en je verlossing in kan staan. 6De reden hiervan is heel eenvoudig. 7Wil je werkelijk in de hel zijn? 8Wil je werkelijk treuren en lijden en sterven?

6. 1Vergeet de argumenten van het ego, die proberen te bewijzen dat dit alles werkelijk de Hemel is. 2Jij weet dat dit niet zo is. 3Jij kunt dit voor jezelf niet wensen. 4Er is een punt dat illusies niet kunnen passeren. 5Lijden is geen geluk, en geluk is wat jij werkelijk wenst. 6Dat is in waarheid jouw wil. 7En dus is verlossing eveneens jouw wil. 8Je wenst te slagen in wat we vandaag proberen te doen. 9We ondernemen het met jouw zegen en hartelijke instemming.

7. 1We zullen vandaag slagen als jij onthoudt dat je voor jezelf verlossing wenst. 2Je wenst Gods plan te aanvaarden omdat jij erin deelt. 3Jij hebt geen wil die zich daar werkelijk tegen kan verzetten, en je wenst dat ook niet. 4Verlossing komt jou toe. 5Boven alles wens jij de vrijheid om je te herinneren Wie jij werkelijk bent. 6Vandaag is het ‘t ego dat machteloos staat tegenover jouw wil. 7Jouw wil is vrij en niets kan daarover zegevieren.

8. 1Daarom doen we de oefeningen voor vandaag in blij vertrouwen, in de zekerheid dat we zullen vinden wat je wilt vinden, en dat we ons zullen herinneren wat je je wilt herinneren. 2IJdele wensen kunnen ons niet tegenhouden, of ons misleiden met een illusie van kracht. 3Laat vandaag jouw wil geschieden en maak voorgoed een eind aan het waanzinnige geloof dat je de hel in plaats van de Hemel kiest.

9. 1We beginnen onze langere oefenperioden met de erkenning dat Gods verlossingsplan, en alleen het Zijne, volledig in overeenstemming is met jouw wil. 2Het is niet het doel van een vreemde macht, dat jou onvrijwillig wordt opgedrongen. 3Het is het enige doel hier waarover jij en je Vader volmaakt in overeenstemming verkeren. 4Jij zult slagen vandaag, het tijdstip dat is vastgesteld voor de bevrijding van Gods Zoon van de hel en van alle ijdele wensen. 5Nu wordt hij zich opnieuw van zijn wil bewust. 6Hij is bereid op déze dag het licht in hemzelf te aanschouwen en te worden verlost.

10. 1Nadat je jezelf hieraan herinnerd hebt en je vast hebt voorgenomen om helder in gedachten te houden wat jouw wil is, zeg je met zachte vastberadenheid en rustige zekerheid tegen jezelf:

2Ik wil dat er licht is. 3Laat me het licht aanschouwen dat Gods Wil en de mijne weerspiegelt.

4Laat dan jouw wil zich doen gelden, één met de kracht van God en verenigd met jouw Zelf. 5Stel de rest van de oefenperiode onder Hun leiding. 6Ga met Hen mee waar Zij je voorgaan.

11. 1Leg in de korte oefenperioden opnieuw een verklaring af van wat jij werkelijk wenst. 2Zeg:

3Ik wil dat er licht is. 4Duisternis is niet mijn wil.

5Dit moet verscheidene keren per uur worden herhaald. 6Het is echter van het grootste belang dat het idee van vandaag onmiddellijk in deze vorm wordt toegepast op het moment dat jij in de verleiding komt enige vorm van grieven te koesteren. 7Dit zal jou helpen je grieven te laten varen in plaats van vast te houden en in het donker te verbergen.