Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 21

Ik ben vastbesloten de dingen anders te zien.

1. 1Het idee voor vandaag is vanzelfsprekend een voortzetting en uitbreiding van het vorige. 2Ditmaal zijn er echter, naast de toepassing van het idee wanneer bijzondere situaties optreden, speciale perioden van gedachtenonderzoek vereist. 3Vijf oefenperioden van elk een volle minuut worden dringend aangeraden.

2. 1Begin de oefenperioden met het idee voor jezelf te herhalen. 2Sluit dan je ogen en onderzoek je denkgeest zorgvuldig op voorbije, huidige of verwachte situaties die je kwaad maken. 3De kwaadheid kan iedere vorm van reactie aannemen, variërend van lichte irritatie tot razernij aan toe. 4De hevigheidsgraad van de emotie die je ervaart doet niet ter zake. 5Je zult je er steeds meer van bewust worden dat een lichte krimp van ergernis niets anders is dan een sluier over intense woede.

3. 1Probeer daarom tijdens de oefenperioden de ‘kleine’ gedachten van kwaadheid niet aan je aandacht te laten ontsnappen. 2Onthoud dat je niet werkelijk inziet wat jou kwaad maakt en dat niets wat je in dit verband gelooft, enige betekenis heeft. 3Je zult waarschijnlijk geneigd zijn langer bij sommige situaties of personen te blijven stilstaan dan bij andere, om de drogreden dat ze meer ‘evident’ zijn. 4Dit is niet zo. 5Het is alleen een voorbeeld van de overtuiging dat sommige vormen van aanval meer gerechtvaardigd zijn dan andere.

4. 1Onderzoek je denkgeest op al de vormen waarin aanvalgedachten zich voordoen, en houd ze elk even in je aandacht vast, terwijl je jezelf zegt:

2Ik ben vastbesloten _______ [naam van de persoon] anders te zien.
3Ik ben vastbesloten ________ [duid de situatie nader aan] anders te zien.

5. 1Probeer zo specifiek mogelijk te zijn. 2Zo kun je bijvoorbeeld je kwaadheid op een bepaalde eigenschap van een bepaald persoon concentreren, en geloven dat je kwaadheid tot dit aspect beperkt blijft. 3Als je waarneming lijdt aan dit soort vervorming, zeg dan:

4Ik ben vastbesloten ______ [duid de eigenschap nader aan] in _________ [naam van de persoon] anders te zien.